Groen loont: minder ziekteverzuim en meer werkplezier op een bedrijventerrein
Er is steeds meer wetenschappelijk bewijs dat een groene werkomgeving bijdraagt aan het welzijn en de prestaties van medewerkers. Binnen Werklandschappen van de Toekomst voeren onder andere TU Delft, de Vrije Universiteit Amsterdam en Wageningen University & Research onderzoek uit naar deze effecten. Hun conclusie: contact met natuur maakt mensen creatiever en verhoogt de productiviteit.
Voor terreineigenaren en bedrijfsleiders die overwegen om hun terrein groener in te richten – bijvoorbeeld met bomen, planten of waterelementen – zijn deze inzichten van grote waarde. Ze bieden onderbouwing voor investeringen in vergroening. Bovendien maken de onderzoeksresultaten het mogelijk om gerichte, doelmatige keuzes te maken bij het inrichten van het terrein.
Groene werkomgevingen als strategische keuze
Groene elementen op het werkterrein hebben niet alleen ecologische waarde, maar ook een meetbaar effect op de gezondheid van werknemers en de bedrijfsresultaten. Binnen Werklandschappen van de Toekomst wordt door verschillende universiteiten onderzocht wat vergroening concreet kan opleveren voor bedrijven.
“Als het vergroenen van een terrein positieve effecten blijkt te hebben op werknemers, kan dat interessant zijn voor een directeur,” zegt Nico Tillie, die aan de TU Delft twee promovendi begeleidt binnen het project. “Als bijvoorbeeld blijkt dat werknemers vijf dagen per jaar minder ziek zijn in het geval ze dagelijks een rondje door het groen lopen, en je hebt 500 medewerkers, scheelt dat aanzienlijk.”
Tillie is als docent Urban Ecology Design verbonden aan de faculteit Bouwkunde en onderzoekt hoe we leefomgevingen kunnen ontwerpen waarin zowel mensen als dieren goed kunnen functioneren.
Gezondheid en prestaties in beeld
De dagelijkse praktijk op bedrijventerreinen vormt het onderzoeksveld van promovendus Lévy Matricon (27), die onder begeleiding van Jolanda Maas (Vrije Universiteit Amsterdam) de relatie onderzoekt tussen vergroening en het welzijn van medewerkers. Hij combineert enquêtes onder werknemers met het volgen van de vergroening op het terrein zelf.
“Ik kijk gericht wat het effect is op de fysieke en mentale gezondheid van mensen: of ze zich fijner voelen, of ze meer werkplezier ervaren en productiever zijn.”
Wetenschappelijke onderbouwing voor vergroening
Matricon voert momenteel een systematische review uit van bestaand onderzoek. Die inzichten wil hij gebruiken om een maatschappelijke kosten-batenanalyse te maken die bedrijven helpt om onderbouwde keuzes te maken bij het vergroenen van hun terrein.
“Die kennis kan worden meegenomen bij het maken van een maatschappelijke kosten-batenanalyse en kan als input dienen voor het vergroenen van de terreinen. Het doel is om dit uiteindelijk zodanig te doen, dat het bijdraagt aan de gezondheid, biodiversiteit en klimaatbestendigheid.”
De kracht van natuurbeleving
Matricon benadrukt dat het niet alleen gaat om ‘iets groens’ neerzetten, maar om de manier waarop mensen het groen ook echt ervaren.
“Er ligt al wat bewijs,” zegt hij, “maar het blijft lastig om daar algemene conclusies aan te verbinden omdat het steeds om specifieke situaties gaat. Wat wordt onder “groen” verstaan? Gaat het om een plant op kantoor of om een groene buitenruimte? Het lijkt er wel al op dat vooral het vergroten van het contact met de natuur belangrijk is. Bankjes op het terrein, of routes om te wandelen kunnen helpen, maar ook zorgen dat mensen vanuit hun werkplek groen kunnen zien.”
Daarnaast ziet hij ook kansen in educatie over natuur: “Hen op de hoogte brengen hoe de natuur werkt, dat dat invloed heeft op hoe medewerkers zich voelen. Het is al bewezen dat mensen creatiever worden door natuur. De productiviteit gaat omhoog, het laat mensen zich ontplooien.”
Onderzoek naar ontwerp en energie in de werkomgeving
Binnen Werklandschappen van de Toekomst doen nog twee promovendi onderzoek naar verschillende thema’s rond vergroening:
Rosa de Wolf (26) ontwikkelt een ontwerpbenadering die bedrijventerreinen verandert in multifunctionele werklandschappen waar ook ruimte is voor wonen en recreatie. Ze onderzoekt hoe generieke ontwerpprincipes vertaald kunnen worden naar locatiespecifieke plannen. Met deze principes kunnen ontwerpbureaus aan de slag.
Jorrit Parmentier (28) focust op de rol van vergroening in energiebesparing. Hij kijkt naar groene daken en gevels en hun invloed op isolatie en koeling. Daar hangt nu geen kengetal aan waardoor het niet wordt meegenomen in de bouwexploitatie.